Opmerkelijk

Keten van de Jehova-Orde

Karl IX was de leider van de protestantse oppositie onder de tijdsperiode van de katholieke koning Sigismund, die naast koning van Zweden ook koning van Polen was. In 1599 werd Sigismund in Zweden afgezet, vooral voor het feit dat hij een grote voorstander was van de katholieke Contrareformatie. De Rijksdag benoemde hem reeds in 1595 tot Regent. In 1604 werd hij formeel koning en was dit tot 1611.

 

Karl IX
1550 - 1611
(koning van 1604 tot 1611)

 

Zijn motto was “IEHOVAH SOLATIUM MEUM”, zoals nog altijd te lezen is op zijn standbeeld in Göteborg. In het Nederlands betekent dit “Jehovah mijn vertrooster”.

In 1606 stelde Koning Karel IX van Zweden de Jehova-Orde in (Zweeds: "Kungliga Jehovaorden"). Deze orde wordt beschreven als een ridderorde, zij het dat de koning deze voorbehield voor zichzelf en zijn kinderen. Ter openlijke vertoon van deze Orde liet de koning bij een goudsmid vier kostbare ketens en vier hangers vervaardigen. De mooie keten van de koning werd in Stockholm gemaakt door de Meester van de Munt, Antonij Groot de Oudere.

Deze foto komt van Wikimedia Commons (© Robert Prummel) en valt onder de GNU / FDL licentie.

 

Op 15 maart 1607 droeg de koning tijdens zijn kroningsplechtigheid, in de kathedraal van Uppsala, dit Ordeteken. Ook de drie aanwezige Prinsen, Johan Hertog van Östergödland, Gustav Adolf en Carl Philip, droegen een dergelijke keten. Drie ketens zijn tot op heden bewaard gebleven in de Nationale Historische Verzamelingen van Stockholm.

Elke keten bestond uit 24 gouden schakels. 12 schakels hadden de vorm van twee ineengeslagen handen, met daartussen een korenschoof - dit omdat de korenschoof een onderdeel vormde van het familiewapen van het vorstelijke Huis Wasa. De kleurrijke schakels waren geëmailleerd, en bewerkt met rode granaat en blauw gesmolten glas. De 12 andere schakels, die om en om geschrankt de keten vormen, waren versierd met een geslepen bergkristal, gevat in een renaissancejuweel. Het versiersel van de keten was een hanger met een achtpuntige ster. Iedere punt was ingelegd met vier rotskristallen. Rondom de ster was een ring van rode granaten. In het midden van de ster bevindt zich een grote zeer heldere bergkristal, waarin Gods naam JHWH in het Hebreeuws gegraveerd is, waarna de letters met goud zijn ingelegd. Onderaan de hanger, hangt nog een bergkristal in een gouden zetting. Bij de afgebeelde keten is ook hierin nog eens het tetragram gegraveerd. Het bergkristal, dat een kleurrijke schittering vertoont (N.B. tegenwoordig bekend door Swarovski-juwelen) werd in de 17e eeuw vaak gebruikt ter vervanging van diamant, dat uiterst zeldzaam was.

Opmerkenswaardig is het gebruik van Gods Naam bij deze Orde. In het 17e eeuwse tijdsbeeld en de Skandinavische cultuur, werd de naam van God echter veel meer gebruikt dan nu het geval is. Zo bezat Gustav II Adolf, de zoon en opvolger van Karel IX, een borstharnas waarop “IEHOVA” stond. (N.B. Zie onze rubriek Musea - of klik hier). Ook zijn er zowel in Zweden als in Denemarken veel munten geslagen, waarop het tetragram voor komt.

 

Deze foto komt van Wikimedia Commons (© Robert Prummel) en valt onder de GNU / FDL licentie.

 

Hieronder een detailuitsnede van bovenstaande foto. Merk a.u.b. tweemaal Gods naam op.

 

 

 

 

 

- naar boven -