

De vertaling van de tekst hieronder:
"Jehovah, dat is de naam van God,
een naam onuitsprekelijk en geheimzinnig welke God nooit verklaard
heeft aan de oude Patriarchen voor Mozes. (in het Latijn staat
er dan:) Mijn naam Adonai heb ik nooit aan hen uitgelegd.* (Terug
in oud-Frans:) In het Hebreeuws wordt in plaats van Adonai Jehovah
gebruikt, wat zoveel betekent als diegene die bestaat uit zichzelf
en die het bestaan geeft aan een ander.** De Joden hebben een
dermate groot ontzag voor die heilige naam dat het hen werd
verboden, op straffe van hun leven, de naam uit te spreken.
Vroeger was het enkel en alleen de hogepriester die de naam
mocht uitspreken, één enkele maal per jaar en
dat bij de plechtige zegening van het volk op het feest van
de verzoendag. Het is omwille van dit uitzonderlijke respect
van die heilige naam dat ze er de juiste uitspraak van vergeten
zijn en dat ze de naam uitleggen met Adonai, Heer, dat ze altijd
op de plaats stelden in plaats van Jehovah. De vertalers van
de Septuagina hebben nooit in hun vertaling die naam gebruikt
en geven hem weer met Kurios, Heer."***
(zie aub naar de voetnoot)

* voor het gebruik van de naam in de tijd
voor Mozes, gelieve aub te zien naar onze pagina "de Naam".
** voor de betekenis van Gods naam, gelieve aub te zien naar
onze pagina "de Naam".
*** wij zijn ervan overtuigd dat de schrijvers van de Septuaginta
wel Gods naam gebruikten, gelieve aub te zien naar onze pagina
"wat uitleg" en "archeologie".
|