Stad: "De schoonheid van de stad,
de gastvrijheid van de mensen en het intacte verenigingsleven
zijn goede voorwaarden om u in Cochem goed te voelen. Daar
worden nog aan toegevoegd de vele attractieve inrichtingen
voor zowel de vreemde gasten als de inheemse bevolking"
- met deze woorden heet de burgemeester van Cochem in een
brochure iedereen welkom.
In het mooiste deel van het dal van de Moezel, aan een meander
tussen de wandelparadijzen Eifel en Hunsrück, ligt het
oude en romantische stadje Cochem. Deze stad is vooral bekend
bij de vele toeristen die jaarlijks op bezoek komen. Een trekpleister
is hierbij het bergslot of 'Reichsburg' die 100 meter boven
de stad op een rotsplateau een dominerend uitzicht geeft.
Naast het toerisme is Cochem ook toegespitst op de wijnbouw.
Men is er zeer trots op hun Rieslingwijnen.
De geschiedenis van deze plaats gaat heel ver terug. Al in
de tijd van de Kelten en de Romeinen was er hier bewoning.
De eerste vermelding was in een oorkonde van 20 december 866.
De 'edele matrone' Hieldilda schenkt daarin aan het klooster
Prüm een reeks goederen waaronder een herenhuis "in
villa cuchema". De stichter van de burcht was Ehrenfried,
een zwager van keizer Otto. Op de burcht resideerden tot het
jaar 1151 de paltsgraven, de Ezzonen.
Gebouw: St. Martinskirche
Deze kerk is één van de drie Rooms-katholieke
kerken die de stad heeft. Deze kerk ligt opzij van de markt.
De kerk kent een bewogen geschiedenis. Het huidige oude koor
werd voor het eerst vernoemd in 1593. Tussen 1932 - 1933 werd
een nieuw schip gebouwd dat echter door bombardementen vernietigd
werd in 1945. In 1950/1951 werd het schip herbouwd.
Gods naam: De kerk dateert van 1950.
In de kerk zijn gebrandschilderde ramen te zien. Op één
van de ramen is een voorstelling te zien van Mozes aan het
brandende doornbos. Dit is een verwijzing naar Exodus hoofdstuk
drie. Opzij op het raam staat JHWH geschreven, in het Hebreeuws.