Stad: In de Belgische provincie Oost-Vlaanderen,
tussen Gent en Antwerpen ligt de stad Sint-Niklaas. Ze wordt
beschouwd als de hoofdstad van het Waasland. Het inwonersaantal
bedraagt zo'n 72.000 personen. De geschiedenis van de stad
begint in 1217. De bisschop van Doornik richtte op deze plaats
een kerk op voor de heilige Nicolaas van Myra, in de volksmond
beter bekend als 'Sinterklaas'. Door de aanwezigheid van deze
kerk ontving de plaats de naam Sint-Niklaas.
Door de textielnijverheid in de 18e eeuw werd de stad,
na Gent, de voornaamste industriestad in Oost-Vlaanderen.
In 1804 ontving de plaats de stadsrechten uit handen van keizer
Napoleon Bonaparte, nadat hij in 1803 een bezoek had gebracht
aan Sint-Niklaas. Het aantal inwoners bedroeg toen ca. 11.000
personen.
Opvallend is het grote marktplein met zijn vele historische
gebouwen. Uit een document uit 1248 blijkt dat Margaretha
II van Vlaanderen zes bunders grond ten westen van de kerk
aan Sint-Niklaas toevoegde, op voorwaarde dat die voor altijd
onbebouwd moesten blijven. En dat is zo gebleven tot op de
huidige dag. Daardoor bezit Sint-Niklaas de grootste marktplaats
in België. Het plein is 2,3 hectare groot. Vanzelfsprekend
biedt dit plein, behalve de plaatselijke markt, een prachtige
gelegenheid voor talrijke manifestaties.
Op die grote markt vinden we tal van historische gebouwen.
Enkele ervan zijn het mooie 19e eeuwse stadhuis, een neogotisch
bouwwerk met een belforttoren. Daarachter bevind zich de karakteristieke
Onze-Lieve-Vrouwekerk. Een beetje verscholen tussen de andere
panden op het plein staat de oude Sint-Nicolaaskerk.
Gebouw: Sint-Nicolaaskerk
Ook al ligt de Sint-Nicolaaskerk wat verscholen, ze is
zeker geen kleine kerk. Deze vijfbeukige kerk is sinds 1971
een beschermd monument. Het interieur van de kerk is barok
en neogotisch. De kerk heeft zeven altaren, zes biechtstoelen
en een groot orgel. De kerk bezit een rijke kunstschat aan
religieuze voorwerpen.
Godsnaam: In de kerk vinden we vier
maal Gods naam terug in de vorm van het tetragram.
Bovenaan het hoofdaltaar staat het op een opvallende
plaats.
Ook in de marmeren gebeeldhouwde altaarbank zien we het
terug, gedragen door twee cherubijnen.
De barokke preekstoel uit 1706, gemaakt door Michiel
Verbanck, in Antwerps houtsnijwerk, bevat 2 maal het tetragram.
Op één zijkant van de preekstoel, omgeven
door engelen is het duidelijk zichtbaar. Maar hierbij is de
eerste en kleinste letter, de Yod (de J), niet in het goud
geschilderd zoals de andere drie letters.
In “de hemel” van de preekstoel
vinden we nogmaals het tetrgram in een stralende driehoek
omgeven door wolken.