Stad / dorp: De gemeente Voeren ligt
in Belgisch Limburg, dicht bij de grens met Nederlands Limburg.
De deelgemeente 's Gravenvoeren is vanuit historisch oogpunt
het belangrijkste dorp van de Voerstreek. De naam houdt verband
met het riviertje de Voer die het dorp doorkruist, en ook
met het kasteel van de Graven van Voeren, dat intussen reeds
lang verdwenen is. De huizen zijn langs de rivier gebouwd
en vormen een zogenaamd lintdorp. Het dorp telt ongeveer 1400
inwoners (2008).
Reeds in 3000 v. Chr. werd deze streek al bewoond, zoals
blijkt uit de archeologie. Men ontdekte dat hier silex of
vuursteen werd bewerkt, wat hier veelvuldig in de bodem voor
kwam. Men maakte hiervan allerlei gebruiksvoorwerpen zoals
messen, schrapers en speerpunten. In de tweede eeuw na Chr.
koloniseerden de Romeinen deze omgeving. Op het grondgebied
van 's Gravenvoeren lag een landbouwnederzetting, die men
destijds een 'villa' noemde. Hier werd graan verbouwd. Tussen
1840 en 1846 vond men bij historische opgravingen in het gehucht
Schophem (Schoppem) de overblijfselen van deze villa. De toenmalige
burgemeester liet op deze plaats rond 1850 een bidkapel bouwen,
de Steenboskapel.
Gebouw: Wat de Steenboskapel zo uniek
maakt is dat er voor een groot deel spolia in verwerkt zijn,
ofwel delen van de oude Romeinse villa die als bouwmateriaal
werden gebruikt. Hierdoor is de kapel van een belangrijke
historische waarde. De weg die langs de kapel loopt, bestond
ook al als heirweg in de Romeinse tijd.
Voorwerp: In de kapel hangt een kleine
driehoekige gedenksteen die men, waarschijnlijk omdat men
de tekst niet kon lezen, per ongeluk ondersteboven heeft gehangen.
Hierop staat Gods naam als het Hebreeuwse tetragram. Daaronder
staat nog een Hebreeuwse tekst. De volledige tekst is derhalve:
"Jehovah der legerscharen", zoals God bijvoorbeeld
beschreven wordt in Psalm 84:12: "Jehovah der legerscharen,
gelukkig is de mens die op u vertrouwt".