Stad: Hoboken wordt voor het eerst vermeld
in een document van 1135. Dit document is een schenkingsakte
van bisschop Lietardus van Kamerijk. Hij schenkt de “cappelam
de hobuechem qua libam” – 'een kapel gesitueerd
in Hoboken'– aan het arme kapittel van de O. L. Vrouwekerk
van Antwerpen.
Hoboken ontwikkelde zich in de loop der geschiedenis
van dorp tot voorstad van Antwerpen. Sinds 1983 is Hoboken
een district van Groot-Antwerpen. Gekende wijken in Hoboken
zijn: Hoboken-centrum (Kioskplaats en omgeving), Hertog van
Brabantwijk, Vogeltjeswijk, Zwaantjes, Moretusburg, Hertogvelden,
Vinkenvelden en Polderstad.
De naam Hoboken is samengesteld uit twee bestandsdelen:
‘ho’ en ‘boken’. In de volksmond gaat
het amusante verhaal dat de burgemeester een naam zocht voor
zijn dorp, maar hij had geen inspiratie. Aan tafel gezeten
liet zijn dochter een boterham vallen en ze zei toen teleurgesteld:
“Ho boke!” En voilà, de naam was geboren!
Meer getrouw wordt aangenomen dat de naam een samenstelling
is van ‘hoog’ (ho) en ‘boeken’ (het
Middelnederlands woord voor beuken) – 'hoge beuken'
dus, een verwijzing naar de bomen die eeuwenlang de gemeente
sieren. Het ziekenhuis van Hoboken heet trouwens ‘Hoge
Beuken’.
Tot de bezienswaardigheden van Hoboken behoren de Hobokense
Polder (een natuurreservaat van 170 ha), Fort 8, Nello en
Partrache (naar het verhaal van Marie-Louise de la Ramée
oftewel Ouida), Kasteel Sorghvliedt, Kasteel Broydenborg,
Kasteel Meerlenhof en Kasteel Gravenhof. Ook de Antwerpse
indrukwekkende begraafplaats Schoonselhof ligt gedeeltelijk
op het grondgebied van Hoboken.
Gebouw: Onze-Lieve-Vrouw Geboortekerk. Deze
laatgotische kerk stamt uit de 13de eeuw. Haar huidige uitzicht
kreeg ze in de 19e eeuw.
Godsnaam: De goddelijke naam is terug
te vinden op een kansel van het jaar 1750. Deze kansel of
preekstoel is van de hand van meester-beeldsnijder Gaspar
Moens (1698-1762). Op de voorzijde plaatste hij heel duidelijk
het tetragrammaton met klinkertekens.