De synode van Dordrecht kwam bijeen van 13 november
1618 tot 29 mei 1619. Een synode is een nationale kerkvergadering.
ets van de 17de eeuw
De aanleiding tot de synode was de strijd tussen remonstranten
en contraremonstranten die de kerk verscheurden.
In januari 1610 formuleerden 44 predikanten hun bezwaren
tegen de Nederduits Gereformeerde Kerk. Deze Kerk was de heersende
kerk in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het
grootste deel van de bezwaren betroffen de vrije wil van de
mens en de predestinatie. Ze verzetten zich dus tegen bepaalde
leringen van Johannes Calvijn. Hun verweerschrift kwam bekend
te staan als ‘remonstrantie’ vandaar ook hun afgeleide
naam. Uiteraard verzette de calvinistische stroming zich hier
tegen. Zij kwamen bekend te staan als de contraremonstranten.
Zij stonden voor predestinatie. De mens had geen vrije wil
om hiervan af te wijken. In een poging de ruzie te kalmeren
vaardigden de Staten van Holland in 1614 een edict uit waarbij
het predikanten verboden werd zich uit te laten over het leerstuk
van de predestinatie. Dit hielp echter niet. De contraremonstranten
waren verbolgen over het edict en drongen aan op een synode.
De Staten van Holland weigerden deze synode.
De politieke tegenstander van Stadhouder Prins Maurits
was Johan van Oldenbarnevelt, landsadvocaat en raadspensionaris
van de Staten van Holland. Hij zorgde ervoor dat de Staten-Generaal
het belangrijkste bestuurlijke orgaan werd. Johan van Oldenbarnevelt
had hier zelf zitting in en er wordt gezegd dat niemand om
hem heen kon. Deze man was een remonstrant. Prins Maurits
koos openlijk de steun van de contraremonstranten al wordt
gezegd dat dit puur om politieke redenen was. Van Oldenbarnevelt,
bang voor een staatsgreep van Maurits, liet in 1617 de Scherpe
Resolutie uitvaardigen. De steden in Holland kregen hierbij
de toestemming om zelf huurtroepen (waardgelders) aan te nemen.
Deze werden in de praktijk echter ingezet tegen de contraremonstranten.
Prins Maurits die zich in zijn macht beknot voelde pleegde
hierop een staatsgreep. Hij liet zijn politieke tegenstanders
gevangen zetten. Johan van Oldenbarnevelt werd terechtgesteld
op 13 mei 1619 op het Binnenhof in Den Haag.
Kort nadien begon de Synode van Dordrecht. Duidelijk
was dat de synode tot doel had af te rekenen met het gedachtegoed
van de remonstranten en de eenheid in de Kerk te herstellen.
De deelnemers waren 37 predikanten, 19 ouderlingen, 5 hoogleraren
en 18 commissarissen. Daarnaast waren er ook 25 gedelegeerden
van de calvinistische kerken in het buitenland. Aanvankelijk
waren er ook vertegenwoordigers van de remonstranten aanwezig,
maar velen van hen wilden niet in het beklaagdenbankje plaatsnemen.
Uiteindelijk werden de remonstranten uitgesloten van de vergadering.
De standpunten tegen de remonstranten werden vastgelegd in
vijf punten, ook wel de Dordtse Leerregels genoemd.
Maquette van de Synode
Statenvertaling
Tijdens de Synode van Dordrecht werd ook besloten de
gehele Bijbel uit het Hebreeuws en Grieks in het Nederlands
te vertalen. Deze vertaling kwam bekend te staan als de ‘Statenvertaling’.
Dit omdat de Staten-Generaal de vertaling bekostigde en autoriseerde.
In 1635 was de Bijbel gereed. Ze werd geautoriseerd in 1637.
Tussen 1637 en 1657 alleen al werden een half miljoen exemplaren
gedrukt.
Voorblad van de uitgave van 1637
(merk ook boven het tetragrammaton)
Op de twaalfde zitting besloot de Synode dat de Godsnaam
vertaald moest worden met HEERE. Men liet wel in de kantlijn,
bijvoorbeeld bij Genesis 2:4 het volgende optekenen: “Na
de voleinding van ’t werk der scheppinge, wordt hier
allereerst aan God den naam van JEHOVAH gegeven, betekenden
den zelfstandigen, zelfwezenden, van zich zelven zynde eeuwigheid
tot eeuwigheid, en den oorsprong of oorzaak van ’t wezen
aller dingen; daarom ook deze naam den waren God alleen toekomt.
Onthoud dit eens vooral: daar gy voortaan het woord HEERE
met grote letteren geschreven vindt, dat daar in ‘t
Hebr. De naam JEHOVAH, of by afkorting JAH, staat.”
We tonen enkele Statenbijbels op onze pagina ‘Bijbels’.
Munt
Ter gelegenheid van de Synode van Dordrecht, die in
1619, na meer dan 125 sessies eindigde werd een herdenkingsmunt
geslagen. Alle buitenlandse deelnemers ontvingen de munt in
goud. De binnenlandse gedelegeerden kregen een zilveren exemplaar.
De munt heeft een diameter van 58.5 mm.
Beschrijving:
Voorzijde: een zicht op de zaal van de Synode van Dordrecht
met de gedeputeerden. Een grappig detail op de munt: als je
goed kijkt zie je tussen de aanwezigen een kleine hond aan
de voorkant.
Tekst : RELIGIONE ASSERTA 1619 - Religie verdedigend
Keerzijde: De tempel op de berg Sion onder de stralende
Godsnaam als het tetragrammaton weergegeven, met wind uit
vier richtingen. De tempel staat hier als symbool voor de
hemel. Pelgrims bestijgen de heuvel. De pelgrims staan hier
symbool voor “de wind van valse doctrine” die
heen- en weer geslingerd wordt - Efeziërs 4:14.
Tekst : ERVNT VT MONS SION CIC IC CXIX - Op naar de
berg Sion 1619.
De woorden "Erunt ut mons Sion" die zich errond
bevinden zijn een citaat uit Psalm 125: 1. Men koos opzettelijke
de berg Sion als symboliek. Psalm 125: 1: "zijn degenen
die op Jehova als de berg Sion vertrouwen, het niet vervagen,
maar blijft voor altijd."