Opmerkelijk

Sissi - Keizerin van Oostenrijk

Elisabeth Amalie Eugenie in Beieren, dit is de volledige naam van de keizerin en koningin die de annalen der geschiedenis is ingegaan als Sissi. Haar familie noemde haar ook Sissi.

 

Portret 1855

 

Sissi is geboren op 24 december 1837 in München als de dochter van Maximilian Jozef in Beieren en prinses Ludovika Wilhelmine, dochter van koning Maximiliaan I Jozef van Beieren. Ze was hertogin in Beieren en prinses van Beieren en werd door haar huwelijk met keizer Frans Jozef I keizerin van Oostenrijk en vanaf 1867 tevens koningin van Hongarije.

In 1853 begeleidde Elisabeth haar moeder en oudere zuster Helene op een reis naar het Oostenrijkse Ischl, waar Helene de aandacht van haar 22-jarige neef, keizer Frans Jozef moest trekken. Deze viel echter op Elisabeth. Op 24 april 1854 huwden de 16-jarige Elisabeth en de 23-jarige keizer in de Augustinerkerk in Wenen.

De van nature uit schuchtere en introverte Sissi had het moeilijk met de aanpassing naar het hofleven en de strikte regels van de etiquette. Ze heeft het haarzelf nooit geleerd om zich aan te passen. In 1855 schonk ze het leven aan een meisje dat door prinses Sophie, de moeder van de keizer - zonder Sissi hierin te kennen - naar haarzelf genoemd werd. Ook de opvoeding van haar kind werd Sissi uit handen genomen. Dit was ook zo bij haar tweede dochter, Gisela, die een jaar later geboren werd. Om haar kinderen even te zien moest Sissi toestemming vragen en prinses Sophie was dan steevast aanwezig. Het was pas na een gezamenlijke reis dat Sissi haar echtgenoot zover kreeg dat ze meer invloed op de opvoeding kreeg. Op een reis door Hongarije werden beide dochters ziek aan buikloop en koorts. De tweejarige Sophie stierf in haar armen. In 1858 bracht Sissi een zoontje ter wereld, Rudolf Franz Karl Joseph. Van kinds af aan kreeg deze troonopvolger een militaire opleiding. Een vierde kind, Marie Valerie Mathilde Amelie bracht Sissi tien jaar later, in 1868, ter wereld. In 1889 benam haar zoon Rudolf zich samen met zijn jonge geliefde Marie Vetsera van het leven. Deze slag trof Sissi hard, die vanaf toen alleen nog maar zwart droeg.

 

Keizer Frans Jozef - 1865

 

In 1860 leed de keizerin aan hevige hoestbuien. Ze gebruikte de officiële verklaring van een longaandoening en de aanbeveling om een kuur te volgen als een reden om te ontsnappen aan het hofleven en op reis te gaan. Vele reizen zouden volgen. Naast Europa bezocht ze Klein-Azië en Afrika. Vanaf 1867 ook vaak Hongarije, Groot-Brittannië, Turkije en Korfu. Ze ontwikkelde zich in die tijd van een verlegen meisje tot een zelfbewuste monarche die haar duidelijke eisen stelde. Haar man werd gewoon aan haar toenemende afwezigheden. Hij ontmoette Katharina Schratt die zijn maîtresse werd. Dit werd tot een bepaalde hoogte getolereerd door Sissi. Sissi bracht haar tijd door met onder meer urenlange wandelingen in de meest afgelegen natuurgebieden en dagenlange cruises op haar jacht in de Middellandse Zee. Haar hofdames hielden haar gezelschap alsook voorlezers van Griekse, Franse en Engelse werken. Ze studeerde oud en modern Grieks en vertaalde toneelstukken, onder andere die van Shakespeare, in modern Grieks.

 

 

Elisabeth bij haar kroning tot koningin van Hongarije - 8 juni 1867

 

Voor de keizerin stond schoonheid hoog in het vaandel. Ze lette zeer op haar uiterlijk en haar haar dat heel lang was. Het was zo lang en zwaar dat ze vaak kloeg dat het gewicht van de uitgebreide dubbele vlechten en pinnen haar hoofdpijn gaf. De dagelijkse verzorging nam maar liefst drie uur in beslag. Eens om de twee weken werd het behandeld met een speciale essence, een mengeling van eieren en cognac. Alle activiteiten en verplichtingen werden dan voor die hele dag geannuleerd. De keizerin lette zeer op haar gewicht. Als haar gewicht boven de 50 kilogram dreigde te komen volgde ze een vastenkuur of hongerkuur, lees maar 'niet eten'. Ze was bekend voor haar wespentaille. Krantenartikelen schreven over haar passie voor de ruitersport, dieet, lichaamsbeweging en gevoel voor mode.

 

Portret Franz Xaver Winterhalter, 1864


In juli 1898 verbleef de keizerin in Bad Nauheim om door middel van een kuur een hartkwaal te laten behandelen. De keizerin leed naar verluid aan anorexia en was zeer verzwakt. Eind augustus reisde ze incognito naar Geneve. Ze bezocht barones Julie Rothschild in haar villa aan het meer van Geneve. Toen de keizerin de volgende dag zich naar haar schip begaf voor de terugreis, stortte de Italiaanse anarchist Luigi Lucheni zich op haar. Hij stootte een kleine scherp gemaakte vijl in haar hart. De steek was zo klein dat aanvankelijk enkel aan een vuistslag werd gedacht. De keizerin stond weer op, bedankte alle voorbijgangers die zich hadden gehaast om haar te helpen, en sprak met haar dame Irma Sztáray over het incident. Aan boord van het schip stortte de keizerin neer. Haar laatste woorden waren naar verluidt: "Maar wat is er met mij?" Spoedig daarna stierf zij in het hotel waar zij waren teruggekeerd. Dit was op 10 september 1898. Lucheni wilde oorspronkelijk, naar zijn eigen woorden, prins Henri Philippe d'Orleans vermoorden. Daar deze echter zijn reisplannen veranderde koos hij keizerin Elisabeth als zijn slachtoffer, wiens aanwezigheid hij had vernomen via de krant. Sissi werd 61 jaar.

 

Foto rond 1869

 

Van haar leven werd een heel bekende trilologie gemaakt met Romy Schneider in de hoofdrol: Sissi (1955) - Sissi - Die junge Kaiserin (1956) - Sissi - Schicksalsjahre einer Kaiserin (1957).

 

 

De goddelijke naam

Poëzie speelde een zeer belangrijke rol in het leven van Elizabeth. Ze schreef een poëtisch dagboek, en in slechte tijden drukte zij haar gevoelens uit in gedichten. Zij kreeg dit ook als advies van de Roemeense koningin Elizabeth. De Roemeense koningin schreef zelf onder het pseudoniem "Carmen Sylva". Klik voor een boek van Carmen Sylva HIER. Keizerin Sissi onderhield met haar een vriendschappelijke relatie.

In verband met de goddelijke naam is het volgende gebed opmerkelijk. Naar een biografie sprak de keizerin het volgende gebed uit:

 

Es steigt meine Seele zum Boote heraus
Und kniet auf den schwellenden Wogen,
Die haben wie dröhnendes Orgelgebraus
Sie unwiderstehlich gezogen.

Jehova! der mächtig Du Meere erschufst
Und dieses Atom, meine Seele,
Von Bergen zu Meeren, bis du sie nicht rufst,
Irrt rastlos vom Fels sie zur Welle.

Jehova! Du schufst diese Erde zu schön!
Drum hat meine Seele kein Bleiben;
Sie dürstet noch schönere Welten zu seh'n,
Die ferne im Äthermeer treiben.

Jehova! o lass meine Seele bald knien
Auf goldenem, lichten Planeten;
Wenn unten die Meere vorüber dann zieh'n,
Wird jauchzend sie auf zu Dir beten.

(Gebet der kaiserin Elisabeth (Sissi) aus “Das Poetische Tagebuch” von Brigitte Hamann).

 

 

- naar boven -