Koning David is uiteraard
bekend door het uitgebreide verslag van hem in de bijbel. Hij
was de tweede koning van de Israëlieten; de eerste was
koning Saul. Koning David leidde een rechtschapen leven als
loyale onderdaan van zijn God. Na een periode van 40 jaar stierf
hij en werd hij begraven in de ‘stad van David’
(1 Koningen 2:10 11). Van de twintig koningen die na David kwamen,
wordt van twaalf rechtstreeks vermeld dat zij eveneens in de
Stad van David begraven werden, hoewel zij niet allen in „de
grafsteden van de koningen” werden bijgezet. Met Pinksteren
33 n. C. hield Petrus een toespraak. In deze rede zei hij: “Broeders,
men mag onbewimpeld tot u spreken over den aartsvader David;
hij is en gestorven en begraven; zijn graf is tot den huidigen
dag toe onder ons.” (Handelingen 2:29 - Leidse Vertaling).
Het graf bestond dus nog in die dagen. Jeruzalem werd verwoest
in het jaar 70 en ook in het jaar 135. Daarenboven gebruikten
de Romeinen de zuidzijde van de stad als steengroeve. Dit maakte
het nadien mede moeilijk om juist te bepalen waar deze koninklijke
grafsteden lagen.
De berg Sion bevindt zich vandaag ten zuid-westen van
de oude ommuurde stad. Op de berg Sion bevindt zich vandaag
de vermeende tombe van koning David. Voor de Joden is deze
plaats de tweede heiligste plaats in Israël, het neemt
de plaats in na de Klaagmuur.
Voor Joden is David belangrijk, hij was hun tweede koning
en God sloot een verbond met hem. Voor Christenen is David
belangrijk onder meer omdat hij een voorvader werd van Jezus
Christus. Jezus wordt de ‘Zoon van David’ genoemd.
Voor Islamieten is David één van de profeten
van de Islam. David zou de funderingen voor de Rotskoepel
in Jeruzalem hebben gelegd.
Binnen in de plaats waar de tombe is, is een plaat te
zien waarop in het groot Gods naam staat geschreven in het
Hebreeuws: JHWH