Van bladzijde 111 tot en met 116 staat het
gedicht 'Dimitte illis':
Bladzijde 125 - 129, het gedicht 'Exaudiat':
Bladzijde 128
In het gedicht 'Des Heeren Stemme' (bladzijde
177 - 179):
Eigenlijk bestaat het boek uit twee delen.
Deel 2 heeft de duidelijke naam 'Gedichten' gekregen. Ook
in dit deel vinden we verschillende keren de Goddelijke Naam.
In het gedicht 'Daar is een Lied' (bladzijde
14 - 15):
In het gedicht 'Quare fremuerunt' (bladzijde
25 - 28)
Op bladzijde 28:
En tenslotte bladzijde 153 tot 159, het
gedicht 'Het Lied des Hemels' - iedere maal wordt er in dit
gedicht aangegeven wie aan het woord is:
........