Isaac Da Costa is geboren
op 14 januari 1798 te Amsterdam. Hij was de zoon van Daniel
Da Costa, een geachte zakenman (wijnhandelaar) en Rebecca Ricardo,
beiden behorende tot "de aristocratie der Portugese Israëlieten"
- zo vermeld een biografisch naslagwerk.
Reeds heel jong besteed men heel veel aandacht
aan zijn opleiding. Als hij 8 jaar oud is, wordt hij opgenomen
in een "Latijnsche school". Terwijl hij elders zijn
opleiding verder zette ontwikkelde zijn liefde voor de dichtkunst
zich verder. Uiteraard dient hierbij gerekend te worden de invloed
van Bilderdijk, met wie hij 1813 in contact kwam en van wie
hij les kreeg. In 1818 promoveerde hij in de rechten, in 1821
promoveerde hij in de Letteren. Kort daarop huwde hij zijn nicht
Hanna Belmonte. Hij liet zich bekeren tot de Hervormde Kerk
en in 1822 lieten zij zich dopen. Na zijn studie werd hij ambteloos
burger; hij hield sinds 1826 bijbellezingen in zijn huis op
zondagavond; later ook `vrijdagse' voorlezingen, vooral over
theologische onderwerpen. In 1834-1838 was Da Costa redacteur
van het tijdschrift 'Nederlandsche Stemmen over Godsdienst,
Staat, Geschied- en Letterkunde'. In 1839 werd Da Costa gekozen
als lid van het Koninklijk Instituut voor Wetenschappen, Letteren
en Schoone Kunsten.
Tijdens zijn hele leven heeft hij vele
dichtwerken geschreven. Isaac Da Costa overleed op 28 april
1860, 62 jaar oud.
Isaac Da Costa
1798 - 1860
|