Datum en taal: editie
1881 - Nederlands
Vertaling:
rond 1850 ontstond er binnen de Nederlandse Protestantse kerken
behoefte aan een nieuwere en meer aangepaste Bijbelvertaling.
De Statenbijbel uit 1637, die nog altijd veel aanzien genoot,
was verouderd wat taalgebruik betreft en ook waren er nieuwe
inzichten ontwikkeld.
Men begon met het Nieuwe Testament. In 1868 werd dit
deel voor het publiek beschikbaar gesteld. Zoals op het titelblad
stond was deze vertaling “opnieuw uit de grondtekst
overgezet.” Aan elk Bijbelboek ging een inleiding vooraf
en onderaan de tekst werden voetnoten geplaatst.
Met de vertaling van het Oude Testament waren een aantal
hoogleraren begonnen. Maar men achtte het niet mogelijk een
vertaling aan te bieden die alle richtingen binnen de Hervormde
kerk tevreden kon stellen. In 1872 werd daarom deze vertaalcommissie
ontbonden.
Godsnaam: in enkele voetnoten
wordt de naam weergegeven als Jehova. Bijvoorbeeld in Mattheüs
1:21 3:3 5:35 en Handelingen 5:41.