Muziek

Isaac Watts

"Isaac Watts (1674-1748) is belangrijk in de geschiedenis van Christelijke hymnodie omdat zijn gezangen de weg bereid hebben voor het gangbaar worden van gezangen in gemeentezang in de meeste kerken in de Engelstalige wereld. Voor Watts vormden berijmde psalmen gewoonlijk de gemeentezang zowel in de officiële Kerk van Engeland als in de afgesplitste 'dissenting churches'. Door parafrasen van de Psalmen in “modern” Engels, opende Watts de deur voor het gebruik van gezangen als gemeentezang. Hij wordt daarom ook wel de 'Vader van het Gezang' genoemd. " - website Liturgie & Cetera. Zoals de hierboven geschreven aanhaling bevestigd was Isaac Watts een gerenomeerde hymnenschrijver. Hij schreef wel zo'n 700 hymnen. Een hymne is een lofzang, vaak aan God gewijd.

Isaac Watts is geboren in Southhampton, Engeland, op 17 juli 1674 als de oudste van 8 kinderen waarvan er 6 bleven leven. De ouders van Isaac waren Dissenters (andersdenkenden). Hoewel ze gelovige mensen waren, waren ze het niet eens met de officiële leer van de Church of England. Zijn vader, die eveneens Isaac heette, werd wegens zijn religieuze standpunten zelfs gevangen gezet. Dit was een jaar na diens huwelijk, op het moment dat Isaac geboren werd.

Isaac was een begaafde jongen. Op de leeftijd van 4 jaar leerde hij reeds latijn, op de leeftijd van 9 leerde hij Grieks, Frans op de leeftijd van 11 en Hebreeuws op de leeftijd van 13. Een arts die het intellectuele vermogen van de jongeman onderkende bood hem een universitaire opleiding aan voor Oxford of Cambridge. Dissenters of andersdenkenden waren echter de toegang ontzegd tot universiteiten en de jonge Isaac was niet bereid om het andersdenken af te zweren en te voldoen aan het Anglicanisme. Zijn vader had toch niet geleden om niets? In plaats daarvan ging hij naar de Academie van Stoke Newington, onder de hoede van Thomas Rowe, pastoor van de Independent Congregation van Girdlers 'Hall. Het is ook tijdens die periode dat hij toetrad tot deze congregatie. Na een periode van zes jaar, tijdens welke hij docent was van de zoon van de eminente puritein John Hartropp, werd hij in 1702 predikant in Londen. Tegelijk schreef hij boeken, verhandelingen, gedichten en gezangen. Na een periode van 10 jaar werd hij ernstig ziek. Een rijke weldoener, Thomas Abney, nam hem in huis op voor herstel. Hij bleef er wonen tot zijn dood. Verder is nog te melden dat hij in 1725 doctor werd in de theologie.

Isaac Watts overleed op 25 november 1748 in Stoke Newington. Hij was 74 jaar.

 


Isaac Watts
1674 - 1748


In vele hymnen staat de Godsnaam. We tonen er enkele.

In de hymne Jehovah Reigns

 

Jehovah reigns—He dwells in light,
Girded with majesty and might:
The world, created by His hands,
Still on its first foundation stands.

But ere this spacious world was made,
Or had its first foundation laid,
Thy throne eternal ages stood,
Thyself the ever-living God.

Like floods, the angry nations rise,
And aim their rage against the skies;
Vain floods, that aim their rage so high!
At Thy rebuke the billows die.

For ever shall Thy throne endure;
Thy promise stands for ever sure;
And everlasting holiness
Becomes the dwellings of Thy grace.

 


In de hymne: The Lord Jehovah Reigns

 

The Lord Jehovah reigns; His throne is built on high.
The garments He assumes are light and majesty.
His glories shine
With beams so bright no mortal eye
Can bear the sight.

The thunders of His hand keep the wide world in awe;
His wrath and justice stand to guard His holy law.
And where His love
Resolves to bless His truth confirms
And seals the grace.

Through all His mighty works surprising wisdom shines—
Confounds the powers of hell, and breaks their cursed designs.
Strong is His arm,
And shall fulfill His great decrees,
His sovereign will.

And will this mighty King of glory condescend,
And will He write His name: My Father and my Friend?
I love His name;
I love His Word. Join, all my powers,
And praise the Lord!

 


In de hymne: Sing to the Lord Jehovah's Name

 

Sing to the Lord Jehovah’s name,
And in His strength rejoice;
When His salvation is our theme,
Exalted be our voice.

With thanks approach His awful sight,
And psalms of honor sing;
The Lord’s a God of endless might,
The whole creation’s king.

Let princes hear, and angels know,
How mean their natures seem,
These gods on high and gods below,
When once compared with Him.

Earth, with its caverns dark and deep,
Lies in His spacious hand;
He fixed the seas what bounds to keep,
And where the hills must stand.

Come, and with humble souls adore,
Come, kneel before His face;
O may the creatures of His power
Be children of His grace!

Now is the time; He bends His ear,
And waits for your request;
Come, lest He rouse His wrath and swear,
"Ye shall not see My rest."

 

 

 

- naar boven -