Dichters

Servaas Daems

Servaas Dominicus Daems is geboren te Noorderwijk op 4 juni 1838. Hij was Norbertijner kanunnik van de premonstratenzer abdij van Tongerlo, waar hij leraar godgeleerdheid en eveneens bibliothecaris was. Zijn gedichten worden omschreven als sober en bondig, alsook als afwisselend vroom en grappig. Hij overleed op 30 juli 1903 te Tongerlo in de leeftijd van 65 jaar.

Hij gebruikte de Goddelijke Naam verscheidene malen in het boek 'Luit en Fluit' (uitgegeven door uitgever De Seyn-Verhougstraete 1884)

 

Van bladzijde 111 tot en met 116 staat het gedicht 'Dimitte illis':

 

Bladzijde 125 - 129, het gedicht 'Exaudiat':

 

Bladzijde 128

 

In het gedicht 'Des Heeren Stemme' (bladzijde 177 - 179):


 

Eigenlijk bestaat het boek uit twee delen. Deel 2 heeft de duidelijke naam 'Gedichten' gekregen. Ook in dit deel vinden we verschillende keren de Goddelijke Naam.

In het gedicht 'Daar is een Lied' (bladzijde 14 - 15):

 

In het gedicht 'Quare fremuerunt' (bladzijde 25 - 28)

 

Op bladzijde 28:

 

En tenslotte bladzijde 153 tot 159, het gedicht 'Het Lied des Hemels' - iedere maal wordt er in dit gedicht aangegeven wie aan het woord is:

........

 

 

 

- top -